Het goud van Langedijk verhoogt recreatieve potentie
LANGEDIJK – Rob Veenman, hoogheemraad van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, en wethouder Jan Piet Beers hebben dinsdag 20 maart hun handtekening gezet onder de intentieovereenkomst Langedijk ontwikkelt met water. Wethouder Beers: “Veel van onze projecten in en rond het water hebben een directe relatie met het werk van het hoogheemraadschap. Samenwerking heeft dus veel meerwaarde.”
In de visie Langedijk ontwikkelt met water wordt water aangemerkt als het centrale thema, waarlangs de gemeente Langedijk zich de komende jaren wil ontwikkelen. Beers: “Door het water – het goud van Langedijk – beter te benutten, kunnen we de ruimtelijke kwaliteit verhogen, cultuurhistorische waarden meer zichtbaar maken en onze recreatieve potentie verhogen. Zo kan Langedijk zich verder ontwikkelen tot een aantrekkelijke gemeente om te wonen, te werken en te bezoeken.”
De ambities van de gemeente reiken tot over de gemeentegrenzen. Daarom streeft de gemeente naar langdurige samenwerking met andere partijen, zoals het hoogheemraadschap. Veel onderdelen van de doelstellingen raken direct aan het werk van het hoogheemraadschap, zoals verbetering van de waterkwaliteit, onderhoud van de oevers, duurzaamheid en werken aan een robuust watersysteem. Het hoogheemraadschap kan onder andere specifieke kennis leveren over de werking van het watersysteem en klimaatadaptatie.
Hoogheemraad Veenman: “De activiteiten van de gemeente en onze activiteiten sluiten vaak goed op elkaar aan. Voor ons als hoogheemraadschap is het belangrijk dat er water in de wijk aanwezig is, zodat we het regenwater goed kunnen afvoeren bij hevige regenval. Zo beperken we wateroverlast en houden we Langedijk droog. Voor de inwoners van Langedijk speelt water een belangrijke rol in de beleving van de wijk. Ons werk kan ertoe bijdragen dat mensen nog meer van het water kunnen genieten. Zo hebben we in Langedijk bij verschillende watergangen het waterpeil aangepast om de doorvaarbaarheid te verbeteren. Het is de bedoeling dat we in de toekomst vaker op projectbasis gaan samenwerken.”