Uit de Texelse Courant zaterdag 31 januari 2015
Arie Lap kandidaat voor het ( Waterschap) Hoogheemraadschap)
Praktische kennis van het gebied
Sober, doelmatig en veiligheid bovenal. Kort de visie van Arie Lap op de taak van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Een bestuurder ook met veel praktische gebiedskennis. Als nummer drie verkiesbaar op de lijst 5 van ‘Groen, Water & Land’.
Lap (61) kwam op zijn 29e in het bestuur van toen Waterschap Texel was. ‘Dat ging op in Hollands Kroon. Na die fusie heb ik één bestuursperiode afstand genomen, maar later vond ik dat ik me er toch weer mee moest bemoeien. Daarna ging dat waterschap op in hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, dat loopt tot het Noordzeekanaal. Het hoofdkantoor staat nu in Heerhugowaard, waar hij en 29 andere hoofdingelanden, waaronder het Dagelijks Bestuur, het beleid bepalen. ‘Wij besturen op hoofdlijnen. Dat heeft voor- en nadelen. Het voorkomt dat je als bestuur in details verzandt, maar op sommige punten vind ik dat we weinig zeggenschap hebben. Het bestuurswerk doe je in mijn visie op verschillende manieren. Via de officiële vergadering, waar je voor of tegen kunt stemmen. Ik zorg altijd dat ik heel ruim voor aanvang van zo’n vergadering in Heerhugowaard ben. Je kunt daar ook eten en dan zitten er ook andere bestuurders en ambtenaren aan tafel. Daar maak ik dan een praatje mee en dat is altijd nuttig. Zo kan ik mijn praktische kennis in de organisatie extra laten doorklinken. Tijdens vergaderingen is er ook de mogelijkheid om je bij te laten praten. Ook door hier en daar opmerkingen te maken of kanttekeningen te plaatsen kun je het verschil maken. Je moet wel oppassen jezelf door bepaalde standpunten niet buitenspel te zetten.’ Overigens moet je ook op een goede manier met elkaar omgaan, en bijdragen aan af en toe een ‘vrolijke noot’. Aan mij ook vaak de opdacht/taak om bij speciale gelegenheden wat te zingen.
Lap’s bemoeienis gaat soms verder dan de bestuurstafel. ‘Bij de voorgenomen aanleg van het helofytenfilter bij de waterzuivering kon jarenlang geen akkoord met de grondeigenaars worden bereikt, zodat het moeras een eind verder dreigde te komen. Ik ben toen zelf met grondeigenaren gaan praten. Dat leverde best wat op, maar als bestuurder had ik dat misschien niet mogen doen. Toen ik merkte dat dit niet goed uitpakte, heb ik de Stivas ingeseind. Toen werd hetzelfde voorstel wél geaccepteerd. Ik zit in het algemeen bestuur, met een verhoogde kennis van het eiland. Texel ligt goed in Heerhugowaard, maar ik zie ook heemraden op de boot naar hun broekzakken wijzen. ‘Weer zóveel geld naar Texel gebracht.’ Er gaan hier best grote bedragen heen, maar het moet wel goed besteed worden. Daar kijk ik altijd kritisch naar.’ Gemengde gevoelens heeft hij over de zandige versterking van de dijk van de PH-polder. ‘Ik verwacht dat het zand door de sterke stroming en de diepte van de geul snel verdwenen is.’ Toch heeft hij niet tegen gestemd. ‘De Texelse bevolking wil deze oplossing. Maar ik heb er wel een kritische opmerking over gemaakt, en het overige bestuur gewezen op de risico’s die we nemen.’ Anders ligt het met keersluis voor de haven van Oudeschild. ‘Die kost een vermogen, en bij de algemene wens van de texelse bevolking in deze heb ik mijn twijfels. Het standpunt van het hoogheemraadschap is: sober en doelmatig en veiligheid bovenal. Een dijk dus. De meerkosten betalen we niet.’ Over de coupure. ‘Iedereen die de Watersnoodramp bewust heeft meegemaakt, is vrijwel unaniem tegen dat plan. Het gaat we over onze veiligheid.’Een zeer degelijke coupure, die niet door HHNK wordt bekostigd blijft echter wel een optie.
Het vraagstuk over de keersluis echter heeft de verhoudingen tussen de gemeente en het hoogheemraadschap op scherp gezet. ‘Vorig jaar speelde de kwestie met de witte punt. Een mooi initiatief. Ik heb geprobeerd te bemiddelen, uiteindelijk tot nog toe zonder succes. De irritatie over de keersluis zat bij het Dagelijks Bestuur te veel in de weg.’Dit zal dus (even?) moeten wachten.
Z’n praktische bemoeienis reikt verder dan het eiland. ‘In het veenweidegebied wilde ze het waterpeil aanpassen, wat in ieder geval al verdeelde meningen geeft tussen boeren en natuurorganisaties. Bij deze laatst om o.a. de woelmuis te beschermen. Ik zat ook in die commissie, en heb commissieleden tijdens, maar vooral na de vergadering daar op aangesproken, Uiteindelijk is het besluit aangepast, zodat het gebied leefbaar blijft voor de boeren en burgers, en trouwens ook niet nadelig voor de woelmuizen, die leven daar nog volop.’
Dichter bij huis speelt de zorg over de peilverhoging in Waalenburg. ‘Daarover is ons nog geen besluit voorgelegd. In de eindfase gaan we als bestuur over het peilbesluit beslissen. Daar zullen ongetwijfeld zienswijzen over binnen komen. Als zo’n bezwaar goed is onderbouwd, dan wordt het mogelijk aangekaart in het bestuur. Als er voldoende draagvlak is, dan kan dit leiden tot aanpassing van het besluit.’ De Kaderrichtlijn Water zal weinigen wat zeggen. ‘Een Europese afspraak over waterkwaliteit. Afspraak is dat het water niet mag verslechteren en op termijn moet verbeteren. Afspraken daarover moeten worden nagekomen. Met de waterkwaliteit zit het op Texel gelukkig over het algemeen wel goed. Alleen in een enkele plas, zoals in De Muy, is sprake van een te hoog fosfaatgehalte, van enkele tientallen keer de norm. Nou weet ik toevallig hoe dat waarschijnlijk komt: door uitwerpselen van onder meer aalscholvers, die er bij honderdtallen broeden; een natuurlijke oorzaak dus. Dat moet je wel meenemen als je verplichtingen aangaat.’
De afstand tussen provincie en burger is gemiddeld groot, maar het hoogheemraadschap staat zo mogelijk nog verder van de mensen. Er staat weinig over in de krant, hoe moet je weten wie je moet kiezen? Wat doet het hoogheemraadschap eigenlijk? Daarvoor moeten we zijn bij
Arie Lap, bollenteler in Den Hoorn. Hij zit al een jaar of 25 in het algemeen bestuur en is daarmee een van de langstzittende hoofdingelanden. ‘Het waterschap zorgt dat we droge voeten houden. Door dijken en duinen die voldoende hoog en sterk zijn en door overtollig oppervlaktewater weg te malen. Niet meer dan nodig, want water is ook schaars, daar moeten we zuinig mee omspringen. We proberen het in de winter zoveel mogelijk vast te houden, te bufferen, zodat we het in de droge tijd kunnen gebruiken. De tweede taak is te zorgen dat het oppervlaktewater van goede kwaliteit is. Daarvoor hebben we waterzuivering Everstekoog.’ Eigenlijk een technische organisatie, maar van oudsher democratisch geregeld, met een eigen bestuur dat we elk vier jaar mogen kiezen.
Al enkele malen was Arie Lap de enige Texelse kandidaat voor het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap. Maar nu hebben nog vier andere Texelaars zich kandidaat gesteld. Nel Eelman, Edo Kooiman,.. en … Meer keus, maar wel met een mogelijk risico. Lap: ‘Versnippering van de Texelse stemmen. Ik sta derde op de lijst en maak dus best kans om er in te komen. Andere Texelaars staan een stuk lager. Maar liefst wil ik er op voorkeursstemmen in komen. Dat is me de afgelopen keer ook gelukt. Daarvoor tellen de Texelse stemmen best mee. Maar als die zich teveel verspreiden, zet dat geen zoden aan de dijk.’