december 4, 2024

Vrouwelijke molenaars

In de loop der jaren ben ik een paar maal ‘molenaressen’ tegen gekomen. Het waren uitzonderingen, maar het kwam voor dat vrouwen de bediening van een poldermolen verzorgden. Vaak gebeurde dat na de dood van hun man. Twee voorbeelden uit de omgeving van Bergen:

Nadat in 1789 molenaar Pieter van Duin van de Oudburgerpolder overleed, besloten de ingelanden om zijn weduwe Barber Pietersd. de molen te laten bedienen, met hulp van haar zoon Pieter. Zij voldeed kennelijk goed want de aanstelling werd jaar na jaar verlengd tot haar dood in 1805. Toen nam zoon Pieter de betrekking over.

De Philisteinse Polder had vanaf 1813 ook een ‘molenaresse’, zoals het werd genoemd, in de persoon van Grietje Zwakman, weduwe van molenaar Jan Blom. Zij kreeg na twaalf jaar op 24 januari 1825 ontslag. Meteen besloten de gezamenlijke ingelanden tot een extra omslag van 3 stuivers per morgen (een morgen is ca. 0,9 ha) voor de bouw van een boet of schuur bij de molen waarin de weduwe kon gaan wonen. Ook de nieuwe molenaar Dirk Tubbe moest een steentje bijdragen door de eerste twee jaar 13 gulden van jaarloon ad 78 gulden af te staan. De bouw van de boet kostte de polder 35 gulden. Grietje heeft er niet lang gewoond, zij overleed op 1 juni 1825.

Diederik Aten
waterschapshistoricus Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier