BRON: RODI MEDIA -ASSENDELFT – In de polder Zuiderveen bij Assendelft vindt een experiment plaats: het Innovatieprogramma Veen (IPV). Dit betreft een agrarisch experiment tot 2021 waarbij agrarisch ondernemen en tegengaan van de bodemdaling samengaan. En waarbij duidelijk moet worden of bepaalde vormen van natte landbouw een economisch kansrijk alternatief zijn voor de landbouw in Laag-Holland. Op dit moment worden proeven gedaan met de kweek van lisdodden. Het waterpeil is op twaalf hectare teeltvlakken verhoogd en de eerste lisdodden zijn in 2018 aangeplant. Binnenkort worden andere teeltvakken ook gevuld met duizenden jonge lisdodden. Ganzen blijken dit jonge gewas echter erg lekker te vinden en om het IPV een kans te geven, worden allerlei maatregelen genomen om ganzen te weren.
Om ganzen in de polder Zuiderveen te weren zijn over de proefvelden met de aangeplante jonge gewassen netten en linten gespannen. Deze moeten voorkomen dat de ganzen in de teeltvlakken neerstrijken en de jonge aanplant opeten. Onderzoekers die in het veld aan het werk zijn, verstoren de ganzen en jagen ze weg zodra ze merken dat de vogels in de polder willen gaan foerageren. Als dit allemaal niet werkt en de ganzen terug blijven komen, gebruiken de onderzoekers een handlaser, uitsluitend gericht op het wegjagen van de ganzen. Dit vindt voornamelijk in de vroege ochtend of de avondschemering plaats en blijkt goed te werken.
Lisdodde
Het gewas lisdodde kent veel toepassingen en is volgens Landschap Noord-Holland een interessant product voor natte landbouw. Vooral in de sector van duurzame (bio)bouwmaterialen, zoals isolatie- en plaatmateriaal, biolaminaat, lijmen en vloerdelen. Ook is lisdodde geschikt voor veevoer en zelfs humane consumptie. Om de lisdodden goed te kunnen bemesten, start binnenkort het baggeren van De Braak (water in polder Zuiderveen). Dit baggeren is onderdeel van een experiment om te kijken of de bagger geschikt is als voeding voor lisdodden.
Centraal in het IPV staat de vraag: hoe kun je de bodemdaling tegengaan en toch economisch rendabele agrarische bedrijven in Laag Holland een toekomst geven? Het IPV gaat mogelijke oplossingen in de praktijk in het gebied testen. Daarbij is het streven de bodemdaling met 90 procent te beperken. Binnen het programma wordt ook gekeken naar de effecten van deze vorm van landbouw op de bodemdaling, de uitstoot van broeikasgassen, de waterkwaliteit, de natuur en het landschap. Het IPV is een programma van Landschap Noord-Holland, Vereniging voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer Water, Land en Dijken, Provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de gemeente Zaanstad.
Onderzoeksresultaten
Resultaten van deze aangepaste bedrijfsvoering worden op de voet gevolgd. In het programma werken B-ware, Wageningen University & Research (WUR) en Natuurlijke Zaken (de zakelijke dienstverlening van Landschap Noord-Holland) samen. De WUR onderzoekt wat deze alternatieve vorm van landbouw betekent voor het bedrijfsresultaat. B-ware onderzoekt de effecten op de bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen en Natuurlijke Zaken onderzoekt de effecten op natuur en landschap.