maart 28, 2024

‘Onze Arie Lap in de krant over schapen op de dijk

Bestuur HHNK op de bres voor dijkschaap

Schapen op de dijk zijn nodig en dragen bij goed beheer bij aan de gewenste grasmat. Dat heeft het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) woensdagavond benadrukt.

‘Gouden hoefjes’, worden ze wel genoemd, de schapen die onderdeel zijn van het cultuurlandschap, het gras kort houden en met hun hoefjes de zode aantrappen. Maar door aangescherpte mestregels en het gewijzigd maaibeleid van HHNK dreigen de schapen van de dijk te verdwijnen. In de aanloop naar de dijkversterking is er veel over te doen geweest. Pachtcontracten liepen af, schapenhouders verkeerden in het ongewisse. Inmiddels mogen de schapen daar waar het werk dat toelaat weer grazen op de dijk.

 

Inzichten over het dijkbeheer zijn veranderd. Vast staat dat de vegetatie op de dijk van invloed is op de erosiebestendigheid van de dijk. Binnen het hoogheemraadschap zijn de meningen verdeeld. Groene stromingen willen meer natuur, diversiteit en een bloemrijke vegetatie in het gebied van HHNK, dijken lenen zich daar bij uitstek voor. Schapen passen niet altijd in die doelstelling, in plaats daarvan zou er een maaibeleid komen. Maar daar hangt een stevig kostenplaatje aan. HHNK verpacht momenteel 1200 hectare dijken die dan moeten gemaaid. ‘Dat kost zeg maar ?1250,- per hactare, jaarlijks zeker anderhalf miljoen extra uitgaven aan maaien. Schapen kosten veel minder, en daar is veel meer draagvlak’, voor zegt hoofdingeland Arie Lap, lid van het Algemeen Bestuur van HHNK.

Het huidige pachtbeleid zegt dat er niet meer dan tien schapen per hectare mogen grazen. ‘Dat werkt in de praktijk niet voor een schapenhouder. De ene keer heeft die er een heel koppel lopen, de andere keer niets. Regels uit de theorie sluiten niet aan bij de praktijk.’ Daarvan is men bij HHNK inmiddels ook doordrongen. ‘Het hele bestuur staat er nu achter dat dat je schapen nodig hebt voor de dijken en dat daar een werkbaar model voor moet komen.’

Andere kwestie zijn de aangescherpte regels voor mestwetgeving. Schapenhouders dreigden daar afgelopen voorjaar gedupeerd dor te raken. Boeren zouden in hun mestboekhouding de dijken nog maar zeven maanden mogen meetellen, in plaats van het hele jaar. Met als gevolg dat schapenhouders nog maar negen in plaats van zestien schapen per hectare mogen houden. Schapenhouders die dijkgrond pachten dreigden door de maatregel hun veestapel drastisch te moeten inkrimpen, bijna halveren.

Het leidde tot een lobby van de gezamenlijke waterschappen (waarbij ook HHNK en LTO zich aansloten). VVD-Kamerleden Helma Lodders en Aukje de Vries stelden vragen aan de minister van LNV. Zij vinden dat de actuele mestproblemen niet op de schapenhouders. mogen worden afgewenteld. Het leidde er toe dat de schapen voorlopig op de dijk mochten blijven. Het ministerie van LNV maakte voor 2018 pas op de plaats inzake de mestwetgeving en de schapen op de dijk. Volgens Arie Lap is deze discussie een logisch gevolg van de beperkingen die men oplegt, en nog op wil leggen. ‘Dat is jammer, want het gevolg zal zijn dat er schapenhouders zullen afhaken. We moeten niet de illusie hebben dat je later alsnog een nieuw ‘blik schapenhouders’ kunt openen. Want nu de schapen weg, zal vrijwel zeker voor altijd de schapen weg zijn.’